Hudson's Bay in centrum van Rotterdam.Foto: Peter Hilz/HH

Steden spelen niet goed in op de leegstand in hun winkelstraten. Zij proberen hard om te bewaren wat wás en staan te weinig open voor innovatieve oplossingen, blijkt uit onderzoek van vastgoedadviseur Dynamis.

In totaal daalde de winkelleegstand van 8,3% naar 7,4%. Maar de verschillen tussen de gemeenten zijn groot. Het zijn vooral de middelgrote steden waar vroeger veel mensen uit de regio naartoe kwamen die nu verkeerd omgaan met de leegstand.

Vraagstimulerende maatregelen

Voor de rapportage 'Sprekende Cijfers Winkelmarkten' van Dynamis werden 29 grote en middelgrote steden onder de loep genomen. De onderzoekers komen tot harde conclusies: veel steden richten zich volgens hen nog te veel op 'vraagstimulerende maatregelen': zij stellen een centrummanager aan en schaffen het betaald parkeren af.

Hoewel deze acties op zich kunnen helpen, wordt het probleem niet verholpen. Dat zit namelijk aan de aanbodkant: er zijn teveel winkels. Mensen die vroeger hun boodschappen kwamen doen shoppen tegenwoordig online of reizen door naar grotere steden waar het aanbod wél compleet is.

Hoofdwinkelgebied

Als goed voorbeeld geven de onderzoekers Waalwijk en Roosendaal, twee steden die hebben ingezet op het verkleinen van hun winkelgebied. Hier worden straten aangewezen die niet meer bij het zogenaamde hoofdwinkelgebied horen. Dit schept duidelijkheid voor retailers en ontwikkelaars en biedt ook ruimte om de panden om te bouwen tot woning of kantoorruimte. De winkelvoorraad is in deze steden met zo'n 13 duizend vierkante meter teruggebracht en daalde daarmee met 8%. De leegstand is met ruim 3 procentpunt afgenomen.

Volgens de onderzoekers zal in 21 gemeenten de behoefte aan uitbreidingen van het winkelaanbod blijven bestaan. Daarnaast kan ook hier leegstand worden tegengegaan door een aanpassing van het gebruik van winkelruimtes. In steeds meer winkelstraten schieten bijvoorbeeld innovatieve horecaconcepten als paddenstoelen uit de grond.

Bron: fd.nl